Dit was een reactie op een artikel van Femke Roosma van Groen Links uit 2015:

Femke Roosma (LC 20 mei 2015) signaleert dat links niet in staat is tegenwicht te bieden aan het neo-liberalisme. Toch is dat urgent. Het neo-liberale experiment van vermarkting, deregulering en flexibilisering is door de crisis op zijn grenzen gestoten. We kampen nu met jarenlange economische stagnatie. Toenemende private rijkdom voor enkelingen ging bovendien gepaard met afwenteling van kosten op de maatschappij. Deregulering leidde tot meer advocaten, toezichthouders en managers.Volgens de Duitse socioloog Streeck is de volgende stap in het neo-liberale experiment een verdere vlucht naar voren. Meer van hetzelfde, meer krediet, meer flex, meer ‘hervormingen’, opmaat voor een volgende crisis.

Maar links overschat voortdurend haar eigen positie. Mensen zijn door de crisis afhankelijk, voelen zich onzeker. Ze kiezen voor stabiliteit, voor rust en orde. Blijf zitten waar je zit en verroer je niet. Als we een programma voor links willen, moeten linkse partijen hun ellendige verdeeldheid aan kant zetten, maar bovenal komen met een realistisch, concreet plan die volstrekte helderheid biedt waar links voor staat. Geen onduidelijkheid en onzekerheid. Aangeven wat de maatschappelijke kosten van de neo-liberale vermarkting zijn. Wat mij betreft bestaat zo’n programma uit een aantal, elkaar aanvullende elementen.

Het terugveroveren van nutsvoorzieningen. Woningbouwcorporaties die bouwen, en niet speculeren. De zorg bevrijden van de dreigende privatisering, omdat zulks goedkoper en beter is. Het geprivatiseerde, kapitalistische zorgsysteem van de VS is het duurste en minst effectieve van de Westerse wereld. Het terugdringen van de ongecontroleerde rol van managers in onderwijs en zorg. Een einde maken aan de onzinnige opknipperij van de spoorwegen. Centralisatie van de postbestelling.

Een programma gericht op duurzaamheid. Fossiele brandstoffen worden wereldwijd gesubsidieerd (het IMF kwam recentelijk op een bedrag van 5.000 miljard euro) en zijn ecologisch een ramp. Een programma om huizen te isoleren, zon- en windenergie echt aan te slingeren, maakt Nederland minder afhankelijk en levert locale werkgelegenheid op. Baas over eigen energie.

Strijd tegen de vercommercialisering van het maatschappelijk leven. De overheid bezuinigt miljarden, grote particuliere bedrijven geven miljarden uit aan onzinnige reklamecampagnes. Één voorbeeld: Heineken besteedde in 2014 € 2.4 miljard aan reklame (11,3% van de omzet). De maatschappelijke kosten van alkoholgebruik alleen in Nederland al bedroegen in 2010 € 2,6 miljard.

Aandacht voor de kwaliteit van de arbeid. Nederland steekt in Europa er met kop en schouder bovenuit als het gaat om flexwerk. En flexwerk betekent uitzichtloosheid, apathie, afhankelijkheid en vooral ziekmakende stress.
Herziening van de visie op Brussel. Een einde maken aan de permanente overdracht van taken aan een ondemocratisch Europa. Opkomen voor een herdemocratisering van Europa, met ruimte voor nationale en regionale culturen en eigen vormen van economisch leven. Ruimte voor coöperaties.

Breideling van het bankkapitaal. Ondanks een sterke bankenlobby moet het ‘snelle geld‘ opnieuw worden gereguleerd door een fors hogere dekkingsgraad.

Bertus Mulder